Kuifje
Er zijn 24 Kuifje-albums. ‘Kuifje in het land van de Sovjets’ dateert van 1929-1930 en werd door Hergé nooit meer herzien. Het maakte dan ook geen deel uit van de ‘officiële’ serie kleurenalbums. In 2017 verscheen het album in kleur. Het laatste album ‘Kuifje en de Alfa-kunst’ verscheen postuum – Hergé was er mee bezig toen hij stierf in 1983 en het bestaat voor het grootste deel uit snelle scenario-schetsen.
Jo, Suus en Jokko
Er verschenen slechts vijf albums in deze serie. Hergé bedacht de strip op aandringen van de priesters die het Franse blad ‘Coeurs Vaillants’ bestuurden. Zij publiceerden de verhalen van Kuifje, maar vonden een strip over een degelijk gezin wat gezonder voor de geestesgesteldheid van hun jeugdige lezers. Hergé zelf had een hekel aan het maken van de strip: een gezin is een rem op het avontuur.
Quick en Flupke
Hergé maakte de strips over Quick en Flupke in de jaren 1930. De strips beleefden verschillende uitgaven: zwartwit albums (in het Frans), na de oorlog kleurenalbums (in de spelling ‘Kwik en Flupke’) en de serie hieronder, in de jaren 1980 grotendeels hertekend en aangevuld met nieuwe verhalen van de Studios Hergé, met name door Johan de Moor.
Biografieën
In de loop van de jaren verschenen er talloze biografieën en studies over Hergé en Kuifje. Wij maakten een heel bondige selectie van het beste wat er verscheen – in chronologische volgorde.
Dit is misschien ook wel de plaats om een Nederlandse pionier op het gebied van de Kuifje-geleerdheid enige eer te bewijzen. In een tijd dat de Kuifje-wetenschap nog in de kinderschoenen stond, schreef Har Brok talloze artikelen over Kuifje: over de wijze waarop Hergé communiceert met de lezer, door de compositie van zijn verhalen, zijn pagina’s en de individuele plaatjes, over hoe Hergé een band weet te scheppen met zijn lezers door de albums naar elkaar te laten verwijzen, over de achtergronden van de Kuifje verhalen en nog veel, veel meer. Veel van wat we nu als gesneden koek beschouwen, heeft zijn oorsprong in het werk van Har. Wie-o-wie stort zich eens op de ‘Verzamelde werken van Har Brok’?
We zullen ons beperken tot Nederlandstalige uitgaven, maar we starten met een uitzondering. Begin jaren 1970 werd Hergé uitgebreid geïnterviewd door een Franse student, Numa Sadoul. Het boek ‘Entretiens avec Hergé‘ (met als ondertitel ‘Tintin et moi’) verscheen in 1975. Het boek geldt als een belangrijke brontekst om beweegredenen en denkbeelden van Hergé te duiden. Op basis van de geluidsbanden van de interviews maakte de Deen Anders Ostergaard in 2006 de film ‘Tintin et moi’, ook beschikbaar met Nederlandse ondertiteling. Voor Numa Sadoul was dit boek een flitsstart van een hele reeks interviewboeken met de top van de stripwereld (Franquin, Giraud, Uderzo, Tardi).
De Fransman Benoît Peeters schreef heel veel over Hergé en Kuifje (en over strips in het algemeen). Vlak na het overlijden van Hergé verscheen eind 1983 van zijn hand ‘De wereld van Hergé‘. Het is nog altijd een goede introductie tot het werk en leven van Hergé en in het boek vind je ook het laatste interview met Hergé. Een geweldig boek van Peeters is ook ‘Les bijoux ravis’, waarin hij het Kuifje – album ‘De juwelen van Bianca Castafiore’ plaatjes voor plaatje analyseert. Peeters is ook scenarist van diverse strips, de bekendste zijn de albums in de ‘Duistere Steden’-reeks, getekend door François Schuiten.
In 1991 verscheen Harry Thompson’s ‘Hergé- Kuifje: een dubbelbiografie‘ (Balans/Kritak). Vlot geschreven, dat wel, maar vol met grote en kleine foutjes. Een introductie voor de echte Kuifje-beginner, maar meer ook niet.
In dit overzicht mag ook het werk ‘Essay RG‘ van Huib van Opstal uit 1994 niet ontbreken. Het boek is een uitgebreide studie naar het werk van de jonge Hergé. Van Opstal toont overtuigend aan dat Hergé als een spons beelden en situaties uit boeken, films, reclames en tijdschiften opnam en deze in zijn verhalen verwerkte. Eén van de weinige (het enige?) Nederlandse boeken die het schopte tot een Franse vertaling – verdiend.
Er zijn een paar ‘grote’ biografieën geschreven. De eerste was ‘Hergé – biografie‘ (Meulenhoff/Kritak) van de Fransman Pierre Assouline, oorspronkelijk verschenen in 1996. Assouline legt de nadruk op de oorlogsjaren en maakt hier en daar een flinke miskleun, maar is nog altijd de moeite waard.
Van de eerder genoemde Benoît Peeters verscheen in 2002 een ‘grote’ biografie: ‘Hergé, zoon van Kuifje‘ (Atlas). Deze biografie valt op door de prettige stijl. Peeters ontwikkelt een interessant idee: hoe Hergé zich via zijn creatie Kuifje vrijmaakt uit zijn benepen katholieke, burgerlijke bestaan en zich ontwikkelt tot een tolerante, vrijdenkende wereldburger. Misschien wel de meest geschikte biografie om mee te beginnen?
Als je je wilt verdiepen in Hergé, ontkom je niet aan het werk van Philippe Goddin. Hij is de archivaris, de systematische chroniqueur van het leven en werk van Hergé. In 2007 verscheen zijn grote biografie ‘Hergé, levenslijnen‘ (Oog en Blik). De nauwkeurigheid, precisie en compleetheid zijn onovertroffen, maar maken het ook een ietwat droge biografie. Helaas heeft de Nederlandse vertaling te lijden van een slordige en Vlaams aandoende vertaling. Goddin schreef nog veel meer over Hergé; zijn zevendelige serie ‘Chronologie d’une oeuvre’ is een prachtig museum van papier.
Auteur: Roger Klaassen
—-
Zie verder:
- de Bibliotheek – Zoekresultaten voor “Kuifje”
En specifiek over “de onvoltooide”:
- Tijdens de voorbereidingen van het vierentwintigste Kuifje-album (Kuifje en de Alfa-kunst) overleed Hergé. Van dit verhaal – over de handel in kunstvervalsingen en een mysterieuze sekte – bleven ruwe schetsen, een onaf scenario en enkele pagina’s over. Hiervan verscheen in 1986 een facsimile-uitgave. Verschillende tekenaars hebben het album alsnog voltooid en uitgegeven. In 1988 verscheen een anonieme editie van *Tintin et**l’Alph-art*. Bekender is de versie (1995) van de Canadese tekenaar Yves Rodier. Van zijn interpretatie bestaan verschillende edities; alle pagina’s daarvan zijn te bekijken op internet. Met Studio Hergé heeft Rodier gesproken over een gezamenlijke officiële versie van het album. Omdat Hergé’s weduwe geen toestemming wilde geven is het zover nooit gekomen. Bron: Koninklijke Bibliotheek
- Kuifje en de Alfa-kunst – Wikipedia
- Duizend bommen en granaten, toch (g)een eind aan Kuifje – Frits van der Waa
- De onvoltooide van Hergé ,,Kuifje en de alfakunst” opnieuw uit – Marcel van Nieuwenborgh
- Over Herge en de Alfa-kunst – Bilwet
- Kuifje en de Alpha Kunst – Tintin et l’Alph’ Art (1986) – joski64
Jacques Heemskerk